• donderdag 16 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

MINISTER AMOKSI: IDENTIFICATIEPLICHT GEBASEERD OP ID-KAARTENWET

| united news | Door: Redactie

Minister van Justitie en Politie, Kenneth Amoksi, zegt dat de politie bevoegd is om burgers te vragen zich te identificeren.

Dit op basis van de ‘ID-kaartenwet 2018’. Hij merkt op dat het niet gaat om elke willekeurige confrontatie tussen de politie en een burger, maar om het optreden van politieagenten bij roadblocks en tijdens razzia’s. Amoksi: “Ik heb specifiek gesproken over de politie op straat, bij roadblocks, bij razzia’s.”

Bij die gelegenheden is de politie bevoegd de burger naar zijn persoonsgegevens te vragen en is betrokkene op basis van artikel 11 van de ID-kaartenwet verplicht zich te identificeren, meent de bewindsman. Artikel

11 luidt als volgt: “Iedere ingezetene toont op verzoek diens ID-kaart aan: een ambtenaar van politie als bedoeld in artikel 23 lid 1 van het Politiehandvest voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van diens taak.”

Woensdag kondigde Amoksi tijdens een persconferentie aan dat in het kader van criminaliteitsbestrijding de politie de identificatieplicht zal handhaven. Wie zich niet kan of wil identificeren riskeert naar het politiebureau overgebracht te worden. In de ID-kaartenwet 2018 is echter geen sanctie van aanhouding door de politie indien betrokkene geen ID-kaart kan tonen.

De enige sanctie in de wet bij het niet kunnen tonen van een ID-kaart is

een boete van honderd SRD. Dit strafbaar feit wordt aangemerkt als een overtreding. De boete hoeft niet betaald te worden indien de betrokkene binnen 24 uur alsnog de ID-kaart kan overleggen bij de politie.

Zowel advocaat Greg Sitaram als diens vakgenoot Gerold Sewcharan blijft erbij dat de politie elke wettelijke bevoegdheid mist om een burger te vragen zich te identificeren. Dat geldt ook bij roadblocks en razzia’s, menen ze. De ID-kaartenwet waar de minister naar verwijst is volgens hen geen strafrechtelijk instrument, maar administratief-bestuurlijke wetgeving ter ondersteuning van de bevolkingsadministratie.

De toepassing bij handhavingstaken door de politie is volgens hen discutabel. Sitaram vindt de ID-kaartenwet trouwens “te vaag”. De wijze waarop de tekst van dat artikel geredigeerd is laat volgens hem te veel ruimte over voor meerdere opvattingen en interpretaties.

Sitaram: “Op grond van welke variabelen zal ‘noodzaak’ getoetst worden? Mag de ingezetene een eigen inbreng of een andere opvatting hebben ten aanzien van de gestelde noodzaak? Heeft de noodzaak van het tonen van je ID-kaart betrekking op een ingezet opsporingsonderzoek of heeft het te maken met controle? Is bij controle sprake van enig noodzaak? En hier gaat het eigenlijk over.”

Hij stelt dat er in de wet bepalingen zijn dat de burger verplicht is zijn personalia aan te geven als de politie in het kader van een strafonderzoek daarnaar vraagt. “Maar bij een verkeerscontrole ben je geen verdachte en hoef je geen medewerking te verlenen door je te identificeren. De minister probeert de handelingen die de politie wil plegen te dekken”, stelt de advocaat.

Hij benadrukt dat de beoogde maatregel, identificatieplicht, geen “verkeerd ding” is. “Het is goed. Wat wij als advocaten willen voorkomen is dat misbruik wordt gemaakt van bevoegdheden.” Burgers moeten volgens hem kunnen toetsen of de politieambtenaar buiten de grenzen van zijn bevoegdheid is gegaan. De jurist wijst erop dat de staat monopolie heeft op vrijheidsbeneming, maar dient daar zorgvuldig mee om te gaan. De handelingen van de staat moeten daarom getoetst kunnen worden aan de hand van wetgeving.

Sitaram: “We zijn pro-ordening. Advocaten zijn ook gebaat bij criminaliteitsbestrijding.” Hij heeft de indruk dat de overheid de put pas dempt wanneer het kalf verdronken is. De advocaat vindt dat reeds lang wetgeving ten aanzien van identificatieplicht naar het parlement had moeten zijn gestuurd. “Wetgeving is een vorm van social engineering. We moeten niet wachten op excessen maar vooruitlopend acties ondernemen. Voordat de shit ontstaat moeten we een toilet maken om het op te vangen.”

De strafpleiter wijst erop dat gekleurde mensen in Amerika “ervan kunnen meepraten wat misbruik van bevoegdheden door de politie betekent”. Sitaram: “We willen voorkomen dat politieagenten in Suriname zich zo machtig voelen en doen en laten wat ze willen.”

Advocaat Sewcharan benadrukt dat de minister en de politie zich bij handhavingsacties nimmer kunnen beroepen op de ID-kaartenwet. “De minister maakt misbruik van een regel die bestemd is voor een ander doel.” De jurist stelt dat de ID-kaartenwet te maken heeft met het vervaardigen van moderne identiteitskaarten.

“Het heeft er niet mee te maken dat de burger verplicht is zijn ID te geven, maar dat de burger die minimaal 16 jaar oud is verplicht is een ID-kaart te laten maken.” Sewcharan vervolgt: “De bevoegdheid om de burger op elk willekeurig moment naar diens identiteit te vragen heeft de politie niet. De politie mag je dus niet anytime of the day vragen ‘hoe heet je, en waar woon je?’”

Ook het optreden van de politie bij roadblocks en razzia’s is volgens Sewcharan, niet wettelijk geregeld. “Waar haalt de politie de bevoegdheid vandaan om een weg te sluiten voor controle van voertuigen. Waar is het handelen van de politie bij razzia’s geregeld? Wat is een razzia? De minister speelt met vuur door zomaar dingen te zeggen”, stelt de advocaat.

Hij blijft erbij dat pas wanneer de politie een burger in het kader van opsporingsactiviteiten heeft aangemerkt als verdachte betrokkene naar diens identiteit en andere persoonsgegevens mag vragen. “De ID-kaartenwet heeft nimmer de bevoegdheid gegeven aan de politie om opsporingstaken uit te oefenen bij roadblocks en tijdens razzia’s of wat dies meer zij”, aldus Sewcharan.

UNITEDNEWS

GERELATEERD AAN: ADVOCATEN: “AANGEKONDIGDE IDENTIFICATIEPLICHT MIST WETTELIJKE GRONDSLAG”

 

| united news | Door: Redactie