
OLIE BEPAALT KOERS BIJ SURINAAMSE VERKIEZINGEN
| united news | Door: Redactie
Bron: OilNow.gy
Nu Suriname zich opmaakt voor de algemene verkiezingen van 25 mei, staat de opkomende olie- en gassector centraal in het politieke debat.
De ontwikkeling van offshore-olievelden, met name het US$10,5 miljard kostende GranMorgu-project in blok 58, geleid door TotalEnergies, APA Corporation en Staatsolie, belooft een ingrijpende economische transformatie.
De verwachte productie van de eerste olie in 2028 brengt een veelbelovende toekomst met zich mee, maar roept ook de vraag op hoe deze rijkdom beheerd moet worden. De belangrijkste politieke partijen hebben elk hun eigen visie.
VHP: Royalties voor iedereen
De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi, legt de nadruk op
Santokhi benadrukt transparantie en verantwoording bij het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Olie-inkomsten moeten volgens hem worden herbelegd in sectoren zoals gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur.
NDP: Nationale regie en investeringen
De Nationale Democratische Partij (NDP), geleid door Jennifer Geerlings-Simons, bepleit een sterke rol van de staat in het toezicht op de olie-industrie. De partij wil de nationale infrastructuur uitbreiden, investeren in opleidingen voor lokale arbeidskrachten in de energiesector, en
NPS: Technologie en toezicht
Onder leiding van Gregory Rusland pleit de Nationale Partij Suriname (NPS) voor een technologisch geavanceerde aanpak. De partij wil een staatsinvesteringsfonds gebaseerd op blockchaintechnologie. Ondernemer Maya Parbhoe, kandidaat namens de NPS, stelt dat strikte begrotingsdiscipline en digitale controle essentieel zijn om toekomstige generaties te laten profiteren van de olieopbrengsten.
ABOP: Regionale gelijkheid en lokale participatie
De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP), onder aanvoering van vicepresident Ronnie Brunswijk, richt zich op de ontwikkeling van achtergestelde regio’s. De partij wil dat binnenlandse gemeenschappen actiever deelnemen en pleit voor een meer evenwichtige verdeling van inkomsten, met speciale aandacht voor bewoners in het binnenland.
ABOP ondersteunt beleid dat buitenlandse oliebedrijven verplicht samen te werken met lokale ondernemers, om zo kennisoverdracht en regionale economische groei te stimuleren.
Lokale wetgeving blijft achter
Suriname beschikt nog niet over een lokale contentwet. Artikel 17 van de Petroleumwet moedigt weliswaar de tewerkstelling van Surinamers en het gebruik van lokale goederen en diensten aan, maar dit gebeurt op basis van vrijblijvende bepalingen zonder afdwingbare verplichtingen. Volgens critici zet dit Surinaamse bedrijven op achterstand, zeker in vergelijking met buurland Guyana, waar sterke wetgeving zorgt voor lokale participatie.
Hoewel de regering stappen heeft gezet richting een nationaal beleid op dit vlak, is er nog geen formele wetgeving tot stand gekomen.
Toekomst tussen vertrouwen en twijfel
Met de verkiezingen in aantocht is de toekomst van Suriname’s olie-industrie ongewis. Waar sommige partijen pleiten voor snelle ontwikkeling en directe verdeling van opbrengsten, benadrukken anderen juist behoedzaam bestuur, institutionele hervormingen en duurzaamheid.
De offshore-ontdekkingen bieden enorme kansen, maar bij veel burgers leeft scepsis. De vraag blijft of olierijkdom daadwerkelijk ten goede komt aan de samenleving, of verloren gaat in bureaucratie en mogelijk wanbeheer. Het beleid van de nieuwe regering zal niet alleen de energiesector bepalen, maar ook het vertrouwen van de bevolking – en daarmee de vraag of deze natuurlijke rijkdom zich vertaalt in tastbare vooruitgang voor iedereen.
POLITIEK
| united news | Door: Redactie