• vrijdag 05 December 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Reactie op uitspraken Hugo Fernandes Mendes over PG

| waterkant | Door: Redactie

[INGEZONDEN] – Hugo Fernandes Mendes geeft volgens een artikel op Waterkant aan: “Eisen om de PG te laten aftreden horen niet in een democratie. Hij wijst erop dat veel instituties (Rekenkamer, Staatsraad, enz.) de laatste jaren zijn verzwakt, maar dat de rechterlijke macht relatief onbesmet bleef en dus beschermd moet worden.

De recente discussie is volgens Fernandes mede aangezwengeld door een memorandum van inheemse organisaties, de PG onderzoekt en vervolgt enkel strafbare feiten; dat is zijn of haar grondwettelijke taak.”

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

De discussie rondom het handelen van de huidige PG had al

een hele geschiedenis ver voor bovengenoemd memorandum van inheemse organisaties en is dus absoluut niet mede aangezwengeld door voormeld memorandum. Al vanaf de huidige PG waarnam in deze functie werd er reeds vele malen gewag gemaakt van het feit dat hij wel heel erg ‘vindingrijk’  omgaat met zijn grondwettelijk vastgelegde vervolgingstaak.

Fernandes geeft aan: de PG onderzoekt en vervolgt enkel strafbare feiten: dat is zijn of haar (sic) grondwettelijke taak. 

Het voorwerp van alle kritiek behelst niet de grondwettelijke taak van de PG ‘an sich’, maar de wijze waarop deze taak uitgevoerd wordt. Als er alleen gekeken wordt naar de Grondwettelijke taak van

de PG zonder de wijze waarop deze wordt uitgevoerd te beoordelen, is het wel heel erg kort door de bocht om te stellen dat het Openbaar Ministerie onder leiding van de PG relatief onbesmet is gebleven.

Suriname is immers niet voor niets op de 84-ste plaats terecht gekomen van de rule of law index (en op de 19e plaats van de 32 landen regionaal): is men soms de Deense Waters(t)offabriek HPSG, NV Surfin, SLM, De Italiaanse Don Corleone lening, Sabaku, Combemarkt reçu-zaak,  PanAmerica, de IDB-zaak van OW, de Zwartenhovenbrugstraat, de weg naar Apoera vergeten alwaar het Openbaar Ministerie geleid door de PG uitermate creatief is omgegaan met het begrip “zonder aanzien des persoons”.

Dat de rechterlijke macht relatief onbesmet is gebleven slaat dus in meerdere of mindere mate op de zittende magistratuur en zeker niet op het Openbaar Ministerie (staande magistratuur) geleid door de PG.

Verzoeken van de PG richting de voormalige president Santokhi om Xaviera J., verdachte van zware misdrijven (oplichting, verduistering, witwassen, valsheid in geschifte en gekwalificeerde verduistering), niet uit te zenden naar de OAS horen absoluut niet thuis in een zichzelf respecterende democratie. De PG had mevrouw Xaviera J. ambtshalve dienen aan te houden maar laat deze dame, kennelijk op instigatie van de vorige president, gewoon vertrekken naar de VS. 

Dient de trias politica de PG er niet van te weerhouden in conclaaf te gaan met de uitvoerende macht inzake afhandeling van voormelde verdachte? Deze handeling ligt immers absoluut niet op het bord van de president maar van het OM. 

Zie hier wederom de willekeur c.q. nepotisme in het vervolgingsbeleid van de PG waardoor het systeem van ‘checks and balances’ ernstig uit balans dreigt te geraken.

Niet alleen ondergetekende, maar ook de pers en grote delen van het maatschappelijk middenveld hebben hun bezorgdheid geuit over het handelen van de huidige PG met betrekking tot zijn vervolgingsbeleid.

Als de PG strikt binnen de lijnen was gebleven van de hem toegewezen bevoegdheden door “zonder aanzien des persoons” te vervolgen zou het inderdaad ondemocratisch kunnen zijn om te schreeuwen om zijn vertrek: edoch als de PG, zoals is gebleken, buiten zijn grondwettelijke bevoegdheden treedt is het verre van ondemocratisch om zijn aftreden te eisen. 

Moet de Surinaamse samenleving dan ijdel toekijken hoe Suriname verder zakt naar de 100ste plaats op de rule of law index? 

Als een persoon die de functie van PG vervult op een dergelijke wijze handelt mag je als samenleving gerust eisen dat hij het veld ruimt zonder de democratische kernwaarden te schenden.

Alleen zijn er bepaalde (grondwettelijke) regels hoe het e.e.a. dient te geschieden. Dus de eis van leden van de samenleving, die over het algemeen geen kennis hebben van het recht, dat de PG dient af te treden moet aldus worden uitgelegd als een dringende oproep aan de gezagsdragers om een einde te maken aan deze zeer nijpende situatie. 

Thans wordt de samenleving geconfronteerd met een situatie dat er een structuur is waar te nemen in het tekortschieten van de PG om een rechtvaardig vervolgingsbeleid gespeend van willekeur en nepotisme te implementeren waarbij de president van het Hof van Justitie om onduidelijke redenen niet ex artikel 143 Grondwet ingrijpt, waardoor het vertrouwen in de rechterlijke macht als geheel (zittend en staand), na deze opeenstapeling van negatieve gebeurtenissen met betrekking tot het handelen van de PG, substantieel is gedaald. 

mr. Raoul Lobo

| waterkant | Door: Redactie