• vrijdag 19 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Venezuela is in diepe crisis, Inflatie: een miljoen procent

| groene.nl | Door: Rutger van der Hoeven

Nog maar kort geleden ondersteunde de olie van Venezuela een ‘links getijde’ in Latijns-Amerika. Nu is het socialisme vastgelopen en heeft een rechtse golf op het continent Venezuela bereikt. Opnieuw speelt olie een centrale rol.

De nieuwe, zelfbenoemde interim-president van Venezuela is een druk bezet man. Journalisten die met Juan Guaidó mogen optrekken beschrijven hoe hij in een auto of achter op een motor van betoging naar overleg naar wake wordt gebracht in de hoofdstad Caracas, terwijl zijn smartphone een voortdurende stroom berichten moet verwerken en telefoontjes van Venezolaanse politici, diplomaten die twijfelen of ze voor hem zullen werken of voor de

zittende president Maduro, en buitenlandse leiders die hem te spreken willen krijgen.

Als Guaidó tijd vrij kan maken wachten hem dringende problemen. Het land dat hij wil leiden is in een diepe crisis verzeild geraakt. Voedsel en andere basisbehoeften zijn schaars en duur, ziekenhuizen functioneren slecht, kindersterfte en besmettelijke ziekten stijgen en Caracas is de moorddadigste stad ter wereld geworden. De inflatie ligt naar schatting boven de miljoen procent en kan volgens het IMF dit jaar boven de tien miljoen komen. Sinds 2015 zijn er waarschijnlijk al drie miljoen Venezolanen, tien procent van de bevolking, naar het buitenland gevlucht.

Sinds vorige week is Guaidó

begonnen met het benoemen van nieuwe functionarissen. Een interim-minister van Financiën of Economie is er nog niet. Voor Volksgezondheid of Justitie is nog niemand genomineerd. Voorrang hebben nieuwe bestuurders op enkele cruciale posten in zijn land: in de raden van bestuur van Venezuela’s staatsoliebedrijf PDVSA en dochteronderneming Citgo, dat zijn hoofdkwartier heeft in Houston, Texas. Die bestuurders moeten onder meer toezien op de oliehandel met de grote vijand, want hoewel de VS openlijk met een invasie van Venezuela dreigen (bij monde van president Trump en zijn adviseur Bolton) importeren ze nog dagelijks ruim een half miljoen vaten ruwe olie uit Venezuela. De VS exporteren ruim honderdduizend vaten geraffineerde olie terug.

In de berichtgeving over Venezuela staat sinds twee weken Juan Guaidó centraal, de Obama-achtige opponent van Maduro die meestal lachend verschijnt met zijn mooie vrouw naast zich, terwijl hij vertelt over zijn pogingen om het lijden van het Venezolaanse volk per direct te verlichten. De verhalen gaan over de crisis, over de angst van de Venezolanen voor de veiligheid van hun kinderen, hun twijfel of ze zullen blijven of emigreren. En die focus is ook logisch, want Venezuela bevindt zich in een diepe val en Guaidó lijkt daar eerder een antwoord op te kunnen bieden dan de incompetente, machtsgerichte Maduro. Maar wie achter die verhalen wil kijken, komt al snel uit bij olie. Want bij olie begint de huidige crisis, het politieke verleden en de toekomst van het land.

Venezuela is een product van de vrijheidsstrijd van Simón Bolívar, die tweehonderd jaar geleden steeds nieuwe gedeelten van het Spaanse rijk afbrak en Venezuela onafhankelijk maakte. Tot eind jaren vijftig van de twintigste eeuw werd het land gedomineerd door caudillos uit de elite, die weer voortkwam uit de voormalige koloniale bovenlaag. Toen Venezuela een democratie werd, werden de economie en de politiek al snel gedomineerd door de grote voorraden olie die het land rijk was. Terwijl de buren arm bleven, klotste vanaf eind jaren vijftig in ‘Saoedi-Venezuela’ het oliegeld tegen de plinten. Het land kocht er allerlei zaken mee, zoals luchthavens en snelwegen, en Caracas werd een mondaine stad die zich spiegelde aan Europese hoofdsteden. Venezuela kocht er ook politieke rust mee, en probeerde op wereldschaal mee te spelen via olieclub Opec en de beweging van niet-gebonden landen, die aansloten op oude bolivariaanse thema’s van bevrijding en onafhankelijkheid.

De sancties van de VS zijn niet een all out effort om een geknecht volk te bevrijden

Maar door een wereldwijd olie-overschot daalden in de jaren tachtig de staatsinkomsten terwijl de prijzen stegen. Meteen werd pijnlijk duidelijk dat het makkelijke geld van Venezuela een dorre economische vlakte had gemaakt buiten het weelderige plateau van de oliesector. Het land begon te kampen met schulden, corruptie en instabiliteit, verergerd door neoliberale experimenten. Het inkomen van Venezolanen begon te dalen, tot het in de jaren negentig terug was op het niveau van begin jaren zestig. Teleurgesteld in de traditionele elite kozen de Venezolanen in 1998 voor het socialisme van Hugo Chávez.

Ondanks al zijn marxisme en bevrijdingssymboliek kan ook Chávez’ regeerperiode niet zonder olie worden beschreven. De vijftien jaar die hij aan de macht was, van 1998 tot zijn dood in 2013, vielen samen met een nieuwe piek in wereldwijde olieprijzen. Het beschikbare geld besteedde Chávez, zoals bekend, aan allerlei sociale projecten die de genegeerde en geminachte onderklassen van Venezuela – de armen en de mestizo’s en Afro-Venezolanen van gemengde afkomst – meer middelen, welvaart en waardigheid gaven.

Maar dat oliegeld viel niet vanzelf in Chávez’ hand. De strijd tussen links en rechts in Latijns-Amerika is juist zo grimmig en structureel omdat er in Venezuela en alle andere landen van het continent allerlei niveaus van macht zijn die niet met één verkiezingsuitslag aan de andere kant toevallen. Behalve de uitvoerende macht, die via de stembus kan worden veroverd, is er nog het parlement (idem), maar daarnaast het leger (dat weer uit allerlei onderdelen en facties bestaat), de rechterlijke macht, de economische elite, en de staatsbedrijven (doorgaans een mengelmoes van professionals en politieke benoemingen). In Venezuela waren al die niveaus van macht in handen van de traditionele elite, die weliswaar hopeloos verdeeld was (en is) maar verenigd in haar verzet tegen Chávez. Op al die niveaus werkte die elite Chávez’ ‘bolivariaanse revolutie’ tegen en op al die niveaus voerde Chávez, en later zijn opvolger Maduro, strijd om de controle in handen te krijgen.

Hierin ligt de sleutel om de huidige krachtmeting in Venezuela te begrijpen. Het eindeloze geld dat met Venezuela’s olie kan worden verdiend, komt niet binnen op een centrale bankrekening, maar is op allerlei manieren in het reusachtige staatsbedrijf PDVSA vertakt. Al die vertakkingen bieden kansen op afroming en controle. Als president voerde Chávez voortdurend strijd om greep op dit systeem te krijgen. Hij deed dat uiteindelijk via duizenden ontslagen die behalve vijanden ook veel kennis uit het oliebedrijf joegen en de productie lieten dalen. Maduro deed hier een schep bovenop door veel banen uit te delen aan militairen. Die hebben daardoor direct belang bij het verdedigen van Maduro’s regime. Om die reden is het voor Guaidó en de oppositie zo moeilijk om militairen naar hun kant te halen en Maduro uit de macht te duwen. En om die reden zijn de sancties van de Verenigde Staten er direct op gericht om de strijd om Venezuela’s olie-inkomsten te beïnvloeden. De Venezolaanse politiek, heel kort gezegd, is olie.

‘Chávez heeft geprobeerd Venezuela werkelijk te veranderen, maar het is hem niet gelukt om Venezuela’s onafhankelijkheid te winnen van olie, en van de geopolitiek die door die olie wordt bepaald’, zegt de linkse jurist Óscar Guardiola-Rivera, docent aan Birkbeck, University of London, en auteur van What If Latin America Ruled the World. ‘Venezuela is in dit patroon gevangen. De legitimatie van elke regering, die van Maduro, Chávez, en al lang voor hen, hing af van de capaciteit om olie-inkomsten te genereren, die in handen te krijgen en te herverdelen. We zien daarom dat Guaidó hier begint. We weten nog eigenlijk niets van zijn politiek, hij is in Venezuela bijna totaal onbekend. Maar hij spreekt al over privatisering van PDVSA en John Bolton spreekt op televisie over exploratierechten die Amerikaanse oliebedrijven zullen krijgen als Guaidó controle over PDVSA krijgt. De Amerikaanse sancties zijn er specifiek op gericht om ervoor te zorgen dat hij om de controle over PDVSA kan strijden.’

all out effort

Het is een vreemd geheel van sancties dat de VS aan Venezuela hebben opgelegd. Terwijl Venezuela in diepe crisis is en zowel Guaidó als Trump voortdurend het lot van de bevolking in de mond neemt, zijn de sancties juridisch verwoorde constructies die mogelijk maken dat Amerikaanse bedrijven als Chevron en Halliburton (het evil bedrijf waarvan ex-vicepresident Dick Cheney ooit voorzitter was) zaken kunnen blijven doen in Venezuela, maar de inkomsten zo strategisch mogelijk richting Guaidó’s kamp worden geleid. Amerikaanse hedgefondsen en investeringsbanken als Goldman Sachs, dat in 2017 het regime van Maduro van een bankroet redde, mogen hun Venezolaanse obligaties houden (de overgrote meerderheid daarvan zit niet in Moskou of Beijing, maar in portefeuilles aan Wall Street), maar mogen die alleen verhandelen op een manier waar Maduro niet aan kan verdienen.

Iemand die met droge ogen naar de sancties kijkt, ziet dan ook niet een all out effort om een geknecht volk te bevrijden, maar vooral hoe ongezond Maduro’s ‘bolivariaanse republiek’ verweven is met de olie- en financiële sector in de VS. Trump wil de inkomsten bij zijn sponsors en banen in red states niet kwijt, Maduro heeft de Amerikaanse financiën en olie-knowhow nodig.

De worsteling om Venezuela’s olie speelt zich grotendeels hidden in plain view af. Slachtoffers vallen er niet direct bij. Gevaarlijker is echter de oproep van de VS en Latijns-Amerikaanse regeringen aan Venezolaanse militairen om zich bij Guaidó aan te sluiten. Weliswaar kan Guaidó zonder militaire steun waarschijnlijk de macht niet overnemen, maar hij zal op z’n best alleen een deel van het leger aan zijn kant krijgen. Die weg heeft dus een groot risico van burgeroorlog.

Voor Venezuela’s buren lijkt dat een aanvaardbaar risico voor het hogere doel. De nieuwe lichting Latijns-Amerikaanse leiders heeft de mond net zo vol van de belangen van het Venezolaanse volk als Bolton of de Amerikaanse minister van Financiën Mnuchin. Maar voor hen is de strijd tegen Maduro ook duidelijk persoonlijk. Chávez gebruikte de oliegelden die hij verzamelde niet alleen voor ‘bolivariaanse revolutie’ in eigen land. Hij onderstutte er een linkse golf mee door heel Latijns-Amerika, het ‘roze getijde’ dat begin deze eeuw linkse leiders aan de macht bracht in Brazilië, Argentinië, Ecuador en andere landen. Maar het getijde is omgeslagen en een rechtse golf heeft in die landen reactionaire regimes gebaard. Zij willen niets liever dan het regime ten val brengen dat de linkse golf in hun eigen land ondersteunde.

‘Ik ben zeer bezorgd om hun invloed op de crisis in Venezuela’, zegt Guardiola-Rivera. ‘Er zijn verschillende partijen die zich als bemiddelaar hebben aangeboden, zoals het Vaticaan en Mexico, en Maduro heeft aangeboden te praten, maar Bolsonaro van Brazilië en Duque van Colombia hebben dat categorisch afgewezen. Maar Maduro gaat niet weg. Hoe meer zij hem in een hoek drukken, hoe groter de kans wordt op geweld. Ik krijg het er echt koud van hoe de president van Colombia over Venezuela spreekt. Iedereen kent de reputatie van het Colombiaanse leger, en iedereen weet hoe Colombia tegen linkse strijdgroepen vocht: via paramilitaire milities.’ Omineus is dat Guaidó niet voor zo’n scenario terug lijkt te schrikken. In interviews, zoals maandag in de Volkskrant, reikt hij Colombia juist een legitimatie aan om Venezuela binnen te vallen.

Zo ver is het voorlopig niet: Venezuela is nog in een fase waarin het verhaal niet ingewikkelder lijkt dan de nare, besnorde dictator en de knappe bevrijder. Achter die façade lopen ideologie, bevrijdingsmythes, belangen en geopolitiek op een ondoorzichtige manier door elkaar heen. En wint degene die het oliegeld incasseert.

| groene.nl | Door: Rutger van der Hoeven