
BIJDRAGE AAN GASBELEID ONDERDEEL VAN NIEUW ENERGIEPLAN SURINAME 2025–2044 (DEEL 1)
| united news | Door: Redactie
Foto: drs. Johan Tjang-A-Sjin | Auteur: drs. Johan Tjang-A-Sjin, voormalig lid van de Raad van Commissarissen van Staatsolie en bestuurslid van VSB, vertegenwoordiger van de bedrijfsgroep Industrie.
Suriname kan in de periode 2030–2044 meerdere miljarden SRD aan kosten besparen door de huidige energieopwekking op basis van HFO (Heavy Fuel Oil) te vervangen door aardgas.
Tegelijkertijd kunnen substantiële inkomsten worden gegenereerd via de verkoop van carbon credits als gevolg van de lagere CO₂-uitstoot.
Het is dan ook een grote uitdaging voor de jonge, dynamische en deskundige minister Patrick Brunings – met meer dan 24 jaar ervaring bij Staatsolie – om het bestaansrecht van het
Advies van Castalia
Allereerst behandelen we het energiebeleid aan de hand van het recent verschenen rapport van Castalia: Electricity Sector Plan 2025–2044. In dit rapport is voor het EPAR-gebied een Optimal Generation Expansion Plan opgesteld, waarvoor in totaal 902,1 MW aan thermische opwekkingscapaciteit nodig is.
Voorgesteld wordt om de huidige RICE-machines (Reciprocating Internal Combustion Engine) van EBS en Staatsolie – met een gezamenlijke capaciteit van 178,8 MW – in 2029 geschikt te maken voor het gebruik van aardgas in plaats van HFO. Alle
De dringende aanbeveling van Castalia is dat Suriname moet overstappen op aardgas voor energieopwekking. Dit zou niet alleen enorme kostenbesparingen opleveren, maar ook aanzienlijke inkomsten genereren uit de verkoop van carbon credits.
Voor het jaar 2030 zijn deze baten geschat op circa SRD 2,2 miljard uit carbon credits en ongeveer SRD 5,1 miljard aan kostenbesparingen. De potentiële opbrengsten over de gehele periode 2030–2044 zijn aanzienlijk.
Energiebeleid voor 2025–2035
Een duurzame economische en sociale ontwikkeling is alleen mogelijk als er continu voldoende energie beschikbaar is, tegen betaalbare tarieven, voor alle sectoren. Dit geldt met name voor de productiesector, die dan in een betere concurrentiepositie komt ten opzichte van buitenlandse producenten.
In de volgende artikelen:
is getracht een integrale visie te ontwikkelen op hoe de energie- en industriesector in samenhang verder ontwikkeld kunnen worden. Doel: duurzame groei, werkgelegenheid, welvaart en welzijn voor de gehele bevolking.
Welke projecten moet de regering als prioriteit uitvoeren?
Naar onze mening dienen de gasontwikkelingsprojecten met voorrang te worden gerealiseerd.
Wat wil Petronas?
Petronas voert momenteel een haalbaarheidsstudie uit naar het winnen van non-associated gas uit Sloanea-1. Dit gas zou op een Floating LNG Platform (FLNG) verwerkt worden tot LNG voor export. De studie wordt naar verwachting in 2026 afgerond.
Wat wil Suriname?
Suriname streeft ernaar om het gas aan land te brengen en lokaal te verwerken, met als doelen:
Daarom moet de nieuwe regering direct na haar aantreden, samen met Staatsolie, onderhandelingen starten met Petronas. Dit om de volgende doelstellingen te realiseren:
Voorbeeld uit Guyana
We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zie de volgende documenten:
Welke concrete projecten moeten uitgevoerd worden?
Hoe worden deze projecten gefinancierd?
Uitgangspunt is dat de staat geen financiële bijdrage hoeft te leveren. De volledige financiering zal plaatsvinden via foreign direct investment-partners. Het voorbeeld van Guyana zal als leidraad dienen.
Wat is de volgende stap?
Het ministerie van Olie en Gas moet namens de staat zo spoedig mogelijk het initiatief nemen. Bij overeenstemming tussen de staat, Staatsolie en Petronas over uitvoering van het Gas-to-Shore-project, dient als eerste stap de volgende studie te worden uitgevoerd:
“Feasibility Study for Suriname’s Offshore Natural Gas Pipeline, NGL Separation and LPG Production Plant, and Related Electricity Infrastructure”, naar voorbeeld van de Guyanese studie van 22 augustus 2018, mede ondersteund door de Inter-American Development Bank.
En daarna?
Er moet een commissie van circa vijf leden worden ingesteld onder leiding van de minister. De leden worden aangewezen door de president, vicepresident, de minister van Olie en Gas, Staatsolie en één of meerdere deskundigen. De taak van deze commissie is het voorbereiden en realiseren van de genoemde projecten.
Bij een efficiënte en effectieve aanpak kan Suriname vanaf 2030 beginnen met het gebruik van eigen aardgas voor energieopwekking. Tegelijkertijd wordt de economie gediversifieerd – op weg naar duurzame economische en sociale ontwikkeling, met maximale werkgelegenheid, welvaart en welzijn voor de gehele bevolking.
Dit artikel is onlangs onder de aandacht gebracht van de president, vicepresident en de minister van Olie, Gas en Milieu.
INGEZONDEN
| united news | Door: Redactie