
36 jaar stilstand in decentralisatie: tijd voor een realistische vernieuwing
| starnieuws | Door: Redactie
Toen in 1989 de Wet Regionale Organen (WRO) werd aangenomen, lag er een duidelijke belofte: districten zouden meer autonomie krijgen en burgers dichter bij hun bestuur komen te staan. Internationale partners als
IDB en UNDP zagen dit als een stap naar democratische volwassenheid. Zesendertig jaar later is duidelijk dat die belofte niet is ingelost. De Districtscommissaris (DC) is nog altijd primair vertegenwoordiger van de centrale overheid. Districtsraden kiezen hun eigen voorzitter niet. Integendeel, de functie van DC is uitgebreid tot 21 posten, vaak politiek ingevuld om vrienden of partijloyalisten te accommoderen. Daarmee is de decentralisatie niet versterkt, maar juist uitgehold.Waarom decentralisatie vastliep: Er spelen structurele factoren een cruciale rol:
● Politieke belangen: centrale regeringen wilden de macht in de districten behouden en benutten de DC-functies als patronagesysteem.
● Financiële beperkingen: districten kregen nauwelijks een eigen
budget, waardoor echte autonomie onmogelijk werd.
● Institutionele zwakte: gebrek aan capaciteit, transparantie en controlemechanismen zorgden ervoor dat decentralisatie op papier bleef steken. Zonder erkenning van deze oorzaken loopt elk hervormingsplan opnieuw gevaar.
De spanning tussen traditie en democratieSuriname is rijk aan culturele diversiteit. Inheemsen en Marrons hebben eeuwenlang eigen bestuursvormen behouden, vaak als bron van stabiliteit en identiteit. Deze tradities verdienen respect en bescherming. Tegelijkertijd schept hun dominante rol in het binnenland spanningen: Granmans en Kapiteins hebben soms meer gezag dan gekozen vertegenwoordigers, waardoor democratische legitimiteit onder druk staat. Andere landen tonen dat dit spanningsveld niet onoverkomelijk is. Onder meer Ghana en Botswana hebben hybride modellen ontwikkeld waarin traditionele autoriteiten formeel erkend worden, maar de uiteindelijke staatskundige bestuurlijke macht bij gekozen organen ligt.Hervormingsopties: Om na 36 jaar stilstand vooruit te komen, zijn fundamentele keuzes nodig:Rechtstreekse verkiezingen van Districtsraden (DR)Eens in de vijf jaar, via lokale politieke partijen of onafhankelijke lijsten, worden DR-verkiezingen gehouden, los van nationale verkiezingen. Dit vergroot lokale betrokkenheid en verantwoordelijkheid. De RR-structuur wordt afgeschaft.Gevolg:1. Versterking van de democratische legitimatie van leidersIn plaats van een door Paramaribo benoemde DC kiezen burgers hun eigen DR-voorzitter, te noemen burgemeester. De DR heeft de mogelijkheid om hem of haar bij wantrouwen weg te sturen.2. Dagelijks Bestuur en checks & balancesEen Dagelijks Bestuur, op voordracht van coalitiepartijen en met instemming van die partijen. Ze krijgen beleidsportefeuilles toegewezen, te noemen wethouders. Samen met de burgemeester vormen zij het College van Bestuur. Een secretaris stuurt de ambtelijke organisatie aan, mogelijk een nieuwe rol voor de huidige DC. Daarmee vervalt de titel DC.3. Herziening districtenschaalSamenvoeging van districten om slagkracht en efficiëntie te vergroten. Terug naar de oorspronkelijke administratieve indeling van 10 districten, zo mogelijk minder, in het kader van de nieuwe staatkundige structuur van lokale politieke partijen.4. Financiële autonomie en transparantieDistricten moeten beschikken over vaste budgetten, deels op basis van een verdeelsleutel uit de nationale begroting, en onderworpen zijn aan onafhankelijke controle. Zonder middelen is autonomie een illusie.5. Institutionele verankering van traditionele gezagsdragersEen wettelijk erkende adviesraad van inheemse en marronleiders kan zorgen voor cultuurbehoud en bemiddeling, zonder de democratische macht te ondermijnen.Politieke moed en maatschappelijk draagvlakEr is gebrek aan politieke moed om formele wetgeving uit te voeren. Een staat die eigen wetten niet naleeft, verliest geloofwaardigheid. Een land waarin gemeenschappen buiten het democratisch stelsel opereren, blijft verdeeld en kwetsbaar. Decentralisatie kan alleen slagen als politiek leiderschap wordt gecombineerd met brede maatschappelijke betrokkenheid. Burgerfora, participatieve begrotingen en lokale controlemechanismen kunnen autonomie in de districten versterken.ConclusieDe WRO van 1989 was een belofte, maar in 2025 is ze achterhaald. Niet omdat decentralisatie onbelangrijk is, maar omdat de omstandigheden zijn veranderd. Burgers verwachten directe invloed, transparantie en respect voor hun culturele identiteit. Suriname verdient daarom een hybride en realistisch model:● Staatsbestel: instellen van lokale politieke partijen.● Traditie en democratie geïntegreerd in één stelsel.● Directe invloed van burgers op lokaal bestuur.● Financiële autonomie en controle op districten (rekenkamer per district).● Herziening van de Grondwet om politiek-bestuurlijke structuren in de districten mogelijk te maken.Alleen zo kan decentralisatie uitgroeien tot een levend systeem dat nationale eenheid versterkt, culturele diversiteit respecteert en lokale ontwikkeling stimuleert.Dr. Headly R. Binderhagel| starnieuws | Door: Redactie