
LANDBOUW IN SURINAME – TUSSEN AFHANKELIJKHEID EN SOEVEREINITEIT (3)
| united news | Door: Redactie
Analyse: Jef Crab, mondiaal humanist
De voorbije COVID periode leerde ons het belang van een goed immuunsysteem. Bij epidemieën en pandemieën is weerbaarheid de belangrijkste verdediging tegen de indringer. Gezonde voeding is daar de hoeksteen van. De gangbare landbouw en haar producten ondermijnen constant die onmisbare weerbaarheid. Die koloniale erfenis, het extractivistische groeimodel, kost ons onze volksgezondheid. Gelijktijdig staat structurele corruptie binnen instellingen zoals LVV en CELOS duurzame landbouwontwikkeling in de weg.
Enkel voedselsoevereiniteit kan garant staan voor voedselveiligheid. Er is dringend nood aan politieke wil om voedselsoevereiniteit te erkennen als fundament van volksgezondheid en nationale onafhankelijkheid.
Ondanks het feit dat
Wat ontbreekt is een structurele integratie van de andere kennissystemen in het landbouwbeleid. Dat vraagt om een herwaardering van lokale kennis, een breuk met het koloniale denken, en een politieke wil om voedselsoevereiniteit als fundament van volksgezondheid en nationale onafhankelijkheid te erkennen. In plaats
Voedselsoevereiniteit is enkel haalbaar als we er een prioriteit van maken om de bodem respecteren. Alleen een gezonde bodem kan volksgezondheid garanderen. Dit is geen nieuw idee. We weten precies, wetenschappelijk onderbouwd, hoe dat in elkaar zit.
De gangbare landbouw – hiermee bedoel ik het grootschalige, mechanisch en chemisch ondersteunde landbouwmodel dat dominant is sinds de 20e eeuw – met haar intensief gebruik van pesticiden, herbiciden en kunstmest, vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid. Steeds meer wetenschappelijke studies tonen aan dat deze landbouwpraktijken niet alleen de bodem en biodiversiteit aantasten, maar ook direct ingrijpen op onze lichamelijke processen. Zo blijkt uit een grootschalige Amerikaanse studie dat blootstelling aan pesticiden zoals glyfosaat, malathion en diazinon het risico op verschillende vormen van kanker verhoogt – vergelijkbaar met het risico van roken [1]. De studie toonde significante verbanden aan met prostaat-, long-, alvleesklier- en darmkanker, evenals leukemie en non-Hodgkin-lymfoom.
Onderzoek in Europa vergrootte het bewustzijn rond de gezondheidsrisico’s van bestrijdingsmiddelen. Pesticiden worden in verband gebracht met Parkinson, COPD, lymfeklierkanker, astma en cognitieve aandoeningen bij kinderen [2]. De schadelijkheid bij sommige middelen is zo sterk dat ze inmiddels verboden zijn. Toch blijven deze stoffen in landen met minder strenge regelgeving, zoals bij ons in Suriname, op ons bord belanden.
Daarnaast leidt de consumptie van industrieel geproduceerd voedsel – vaak arm aan vezels en rijk aan residuen – tot een verzwakking van het microbioom, de verzameling van micro-organismen in onze darmen die essentieel zijn voor vertering, immuniteit en mentale gezondheid. Dysbiose, een verstoorde darmflora, wordt in verband gebracht met obesitas, diabetes, chronische ontstekingen en verminderde weerstand [3]
De wereldwijde jaaromzet van alle pesticidefabrikanten [4]. wordt voor 2025 geschat op ongeveer 90,5 miljard dollar, met een jaarlijkse groei van circa 3,5% [5]. De agro-lobby en marketing rond chemische bestrijdingsmiddelen doet ons geloven dat als iedereen moet eten, we eigenlijk niet zonder pesticiden en andere -iciden kúnnen. De uitgang “-cide”komt van het Latijnse werkwoord caedere, dat “doden” betekent. In samenstellingen zoals suicide of pesticide verwijst het dus naar een daad van doding of vernietiging. Het is dus wel degelijk gif dat we op ons voedsel spuiten, met gevolgen voor onze gezondheid …
De kortetermijnwinst die enkele producenten uit de agro-economie halen – en dat is dus heel wat – staat in geen verhouding tot de langetermijnschade die de hele samenleving ondervindt.
Het is dan ook dringend tijd om landbouw niet langer louter economisch te benaderen, maar als een fundamenteel gezondheidsvraagstuk.
Gezondheid en bodem: een vergeten verband [6]
Onze gezondheid begint bij de bodem waarin ons voedsel groeit. Een gezonde bodem is een levend organisme, rijk aan micro-organismen, schimmels, bacteriën en mineralen. Deze complexe symbiose vormt de basis voor gezonde planten, die op hun beurt gezonde dieren en mensen voeden.
De menselijke spijsvertering, het microbioom, is evolutionair afgestemd op natuurlijke voeding. De micro-organismen in onze darmen lijken sterk op die in een gezonde bodem. Ze breken voedsel af, maken nutriënten beschikbaar en beïnvloeden zelfs onze gemoedstoestand en beslissingen.
Voedselveiligheid is primair een ecologisch vraagstuk. Planten nemen op wat in de bodem aanwezig is. Als die bodem ziek is, worden ook de planten ziek – en uiteindelijk de mens. Gezonde planten, geteeld in vruchtbare bodem, bevatten alle bouwstenen die ons lichaam nodig heeft: vitaminen, mineralen, sporenelementen, energie en natuurlijke antibiotica.
Een gezonde bodem bevat meer nuttige dan schadelijke organismen. Micro-organismen rond de wortels produceren penicilline-achtige stoffen die planten resistent maken tegen ziekten. Diezelfde weerstand wordt doorgegeven aan de mens die deze planten eet. Zo versterkt natuurlijke voeding ons immuunsysteem.
De agro-industrie beschouwt de bodem niet langer als een levend weefsel, maar als substraat. Mechanische bewerking, kunstmest, pesticiden en herbiciden verstoren het bodemleven. De micro-organismen, essentieel voor bodemvruchtbaarheid, sterven af. De structuur van de bodem wordt vernietigd door zware machines en diep ploegen. Wat overblijft is een uitgemergeld medium waarin planten nauwelijks nog nutriënten vinden. Dat tekort wordt aangevuld met kunstmest. Chemische stoffen die ons lichaam niet herkend als voeding, maar wel als indringers. En dat doet je immuunsysteem op volle toeren draaien…
“Eet je maar zwakjes” zou een slogan kunnen zijn van de moderne agro- en voedingsindustrie.
In het kader van volksgezondheid en het creëren van voedselsoevereiniteit moet het ecologisch contract primeren boven economische belangen [7]. Dat contract kent twee actiepunten:
De agro-industrie heeft beide punten sterk geschaad. Er is natuurlijk een verklaring waarom de huidige landbouw grotendeels grootschalig en mechanisch is geworden, en waarom de ecologische landbouw nauwelijks is ontwikkeld.
Vanaf de 20e eeuw werd de rijstteelt in Suriname, met name in Nickerie, grootschalig gemoderniseerd. Mechanisatie en schaalvergroting golden als noodzakelijke stappen om de productie op te voeren en de export te stimuleren. Het overheidsbeleid richtte zich daarbij vooral op productiviteit en markttoegang, en veel minder op ecologische duurzaamheid. Landbouw werd benaderd als een economische sector, niet als een sociaal-ecologisch systeem. Hoewel landbouwproefstations en internationale samenwerkingen — zoals met de FAO en de EU — technologische innovatie aanmoedigden, bleef de aandacht voor agro-ecologische alternatieven opvallend beperkt [8].
Maar ook beïnvloeden lobbyisten het lokale beleid en promoten buitenlandse modellen: projecten zoals die van de Mennonieten en Suriname Pig Farms introduceren grootschalige, chemisch-intensieve landbouw, vaak zonder transparantie of lokale inspraak [9]. “Wie heeft daar het meeste baat bij?” stelt het artikel terecht.
Tot slot draagt het arbeidstekort en de verstedelijking bij aan deze trend, aangezien jonge Surinamers zelden voor landbouw kiezen en mechanisatie als oplossing wordt gepromoot [10]
Tenminste dat stelde minister Prahlad Sewdien van LVV vooraleer we wisten dat die mechanisatie spoorloos kon verdwijnen…
De structurele zwakte van het landbouwbeleid in Suriname is geen toeval of gevolg van beperkte middelen. Ze is het resultaat van decennialange institutionele corruptie, belangenverstrengeling en politieke inertie. Ministeries zoals LVV en onderzoeksinstellingen zoals CELOS, ooit opgericht om landbouwontwikkeling te ondersteunen, zijn in de praktijk verworden tot vehikels voor partijpolitieke benoemingen, vriendjespolitiek en het doorsluizen van fondsen.
CELOS, dat ooit de ambitie had om agro-ecologische kennis te ontwikkelen, is vandaag grotendeels irrelevant in het publieke debat. Onderzoeksrapporten verdwijnen in laden, veldexperimenten worden zelden opgeschaald, en samenwerking met lokale boeren is minimaal. De kloof tussen wetenschap en praktijk is niet toevallig, maar structureel georganiseerd.
LVV, het ministerie dat landbouw zou moeten beschermen en versterken, is al jaren het toneel van verdwenen machines, ondoorzichtige aanbestedingen en beleidswissels die elke continuïteit ondermijnen. Projecten worden opgestart zonder evaluatie, subsidies verdwijnen in netwerken van loyaliteit, er is een constant gemarchandeer met vis- en importvergunningen en buitenlandse investeerders krijgen voorrang op lokale boeren. De zogenaamde modernisering van de landbouw is vaak niets meer dan een rookgordijn voor extractie en controle.
Zolang deze instellingen niet worden gezuiverd van hun koloniale bestuurslogica, hedonisme en cliëntelistische cultuur, blijft elke oproep tot voedselsoevereiniteit een hol begrip. We kunnen geen gezonde landbouw bouwen op een zieke bestuursstructuur.
Maar, zelfs zonder zulke malafide praktijken verschillen de gangbare landbouw en de natuurlijke, ecologische landbouw fundamenteel in hun kostenstructuur — zowel qua directe uitgaven als qua langetermijneffecten op volksgezondheid en ecologie. Mechanische landbouw vereist hoge investeringen in machines zoals tractoren, irrigatiesystemen en oogstmachines, evenals in brandstof, kunstmest en pesticiden. Daarbij komen vaak gepatenteerde GGO-zaden en een extreem hoog waterverbruik, tot tien keer meer dan bij natuurlijke landbouw. Door uitputting van de bodem zijn bovendien extra inputs nodig om de opbrengst te behouden, wat leidt tot hoge productiekosten per hectare, afhankelijkheid van externe leveranciers, verlies van biodiversiteit en voedsel met lagere voedingswaarde en hogere gezondheidsrisico’s.
Daartegenover staat natuurlijke landbouw, die minder kapitaalintensief is en steunt op menselijke arbeid, compost, lokale zaden en ecologische technieken zoals rotatie en agroforestry. Het waterverbruik is veel lager dankzij humusrijke bodems en mulch, en de bodem blijft gezond, wat leidt tot voedzamer voedsel en minder ziektes bij planten en dieren. De vaste kosten zijn lager, de afhankelijkheid van externe inputs is minimaal, en de lokale economie en voedselsoevereiniteit worden versterkt.
Vanwege tekort aan volledige en / of objectieve parameters zijn we er lange tijd van uitgegaan dat mechanische landbouw hogere opbrengsten per hectare genereert. Maar die aanname houdt geen stand wanneer we de volledige balans opmaken. De verborgen kosten — zoals gezondheidszorg, bodemherstel, watervervuiling en klimaatimpact — zijn enorm. Natuurlijke landbouwsystemen, hoewel arbeidsintensiever, bieden op lange termijn een duurzamer en gezonder alternatief [11]. Bovendien tonen tal van studies aan dat landbouwsystemen met hoge diversificatie vaak méér produceren per hectare dan monoculturen[12], zeker wanneer men kijkt naar totale biomassa, nutriëntenrijkdom, ecologische veerkracht en economische waarde. De vergelijking is helder: mechanische landbouw betekent hoge input, lage kwaliteit en hoge externe kosten; natuurlijke landbouw staat voor lage input, hoge kwaliteit en lage externe kosten.
De tabel zet het nogmaals op een rijtje
(machines, chemicaliën, GGO-zaden)
(arbeid, compost, lokale zaden)
Naar een ecologisch landbouwbeleid voor Suriname President Jenny Simons heeft inmiddels stappen ondernomen om de corruptie binnen de landbouwsector aan te pakken, wat een belangrijke eerste stap is richting transparantie en herstel van vertrouwen. Toch is dat niet voldoende. Er is nood aan structurele hervorming, waaronder de opleiding van ambtenaren in zowel soft skills zoals integriteit, activerende communicatie en verantwoordelijkheidszin, als in nieuwe noodzakelijke kennis over agro-ecologie, bodemgezondheid en voedselsoevereiniteit. De weg naar voedselsoevereiniteit en volksgezondheid loopt via de bodem. Suriname beschikt over eeuwenoude kennis, vruchtbare bioregio’s en een multiculturele samenleving die de basis kan vormen voor een regeneratief landbouwmodel. Voorbeelden uit regio’s zoals Amapá (Brazilië) en Guyana tonen aan dat agroforestry, familiegerichte landbouw en ecologische teelt niet alleen haalbaar zijn, maar ook sociaal en economisch versterkend werken. In Amapá wordt de integratie van inheemse kennis met moderne ecologische technieken actief ondersteund door de overheid, terwijl in Guyana agro-ecologische projecten bijdragen aan voedselzekerheid en lokale werkgelegenheid.
Suriname kan hieruit leren en een eigen koers varen, gebaseerd op respect voor de bodem, biodiversiteit en gemeenschapskracht. Dat vraagt om een fundamentele herziening van het landbouwbeleid, weg van extractivisme en afhankelijkheid, en richting ecologische veerkracht.
Enkele aanbevelingen daarvoor zijn:
– Veranker voedselsoevereiniteit in nationale beleidsdocumenten en gezondheidsstrategieën als fundament van volksgezondheid en onafhankelijkheid.
– Richt een nationaal kenniscentrum op voor natuurlijke landbouw en bodemgezondheid.
– Betrek NGO’s met bewezen terreinervaring en gemeenschapswerking actief in dit kenniscentrum.
– Stimuleer lokale productie en familiebedrijven via subsidies en technische ondersteuning voor kleinschalige boeren en coöperaties.
– Stel duidelijke normen en importbeperkingen in voor pesticiden, herbiciden en genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s).
– Werk samen met gemeenschappen aan regeneratieve landbouwmodellen die gebaseerd zijn op traditionele kennis en ecologische principes.
– Start pilotprojecten in verarmde landbouwzones met technieken zoals compostering, permacultuur en agroforestry.
De vraag is niet of het mogelijk is of dat we het kunnen. De vraag is opnieuw: “Wie durft? Welke regering maakt ons vrij van de koloniale erfenis en het extractivistische patriarchaat? “ Bronnen
[1] https://www.news-medical.net/news/20240729/Researchers-find-the-effect-…
[2] https://ideas.repec.org/a/eee/agisys/v108y2012icp1-9.html
[3] https://voedingvisie.nl/gefermenteerde-producten-kunnen-het-immuunsyste…
[4] https://www.meilandagro.com/nl/blog/2025-trends-in-global-pesticide-inn…
[5] Eerdere schattingen voor 2023 lagen zelfs rond de 130,7 miljard dollar, afhankelijk van de definitie en of ook biopesticiden en verwante producten worden meegerekend.
[6] Gezonde bodem, gezonde mens: Voedselveiligheid als fundament van volksgezondheid” van Drs. Natascha E. Neus en Jef Crab – publicatie van de Faculteit der Humaniora (FdHUM) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. (2024)
[7] Eeuwige Lente. Leven met voldoende in een wereld van overvloed. (2002 – J.Crab)
[8] https://unitednews.sr/agrarische-sector-in-suriname-mist-lange-termijn-…
[9] https://www.gfcnieuws.com/mennonieten-in-suriname-wie-heeft-hier-echt-b…
[10] https://keynews.sr/mechanisering-landbouwsector-zal-arbeidstekort-opvan…
[11] From Monoculture Farming to Agroforestry Systems – Wageningen University & Research
[12] https://www.cambridge.org/core/books/abs/dialectical-agroecologist/mono…
UNITEDNEWS
| united news | Door: Redactie