• zondag 03 August 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Publicatie Alihusain: Kritische overpeinzingen over Surinames buitenlandse dienst

Publicatie Alihusain: Kritische overpeinzingen over Surinames buitenlandse dienst

| starnieuws | Door: Redactie

Oud-diplomaat Rudie Alihusain heeft een nieuwe publicatie uitgebracht waarin hij in ruim 25 punten zijn visie geeft op de ontwikkeling van Surinames buitenlandse beleid vanaf de onafhankelijkheid in 1975. De publicatie, getiteld
Overpeinzingen, telt circa 25 pagina’s, is uitgegeven in eigen beheer en bevat geen foto’s of illustraties. De publicatie heeft te maken met 50 jaar onafhankelijkheid. 

In zijn nieuwste werk blikt Alihusain kritisch en persoonlijk terug op zijn bijna dertigjarige loopbaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zijn beschouwingen zijn scherp, feitelijk onderbouwd en bedoeld als aanzet tot beleidsmatige bezinning. Het boek bevat geen hoofdstukken, maar is puntsgewijs opgebouwd, waarbij thema’s als diplomatieke professionalisering, hulpafhankelijkheid, geopolitiek realisme en institutionele vervlakking aan bod komen.

Diplomatie met eigen stemDe publicatie begint met een historische schets van Surinames vroege wens om een eigen buitenlandse dienst op
te zetten. Lang vóór de onafhankelijkheid, al in 1947, werd in de Staten uitgesproken dat Suriname niet langer “aan de leiband van Nederland” wilde lopen. Op de Ronde Tafel Conferentie van 1961 in Den Haag drong toenmalig premier S.D. Emanuels aan op volledige autonomie in buitenlandse betrekkingen. “De wens van een eigen ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg toen een ziel; het hart volgde in 1975,” schrijft Alihusain.Sinds de onafhankelijkheid zijn er 21 ministers van Buitenlandse Zaken geweest, onder wie vier vrouwen. De auteur wijst erop dat niet alle ministers voltijds waren aangesteld, en dat het ministerie pas in 1986 een wettelijke zelfstandige status kreeg. Opmerkelijk is zijn kritiek op de recente naamsveranderingen van het ministerie in 2020 en 2025, respectievelijk tot BIBIS en BIS. Volgens Alihusain zijn deze veranderingen niet alleen taalkundig onjuist, maar ook symptomatisch voor een bestuurscultuur waarin overheidsinstellingen als “pets” – persoonlijke speeltjes – worden behandeld.Diplomatie vraagt vakkennisAlihusain hekelt de trend waarbij politieke loyalisten of 'sycophanten' diplomatieke posten bekleden, zonder affiniteit of expertise. “Onze presidenten en ministers van Buitenlandse Zaken moeten stoppen met het geloof dat goede diplomaten zomaar uit de lucht komen vallen,” stelt hij scherp. Hij pleit voor een fundamentele herziening van het diplomatiek apparaat, waarbij de nadruk ligt op vakmanschap, beleidscontinuïteit en digitale diplomatie.Volgens hem heeft Suriname het tijdperk van de stoom en elektriciteit gemist, maar mag het digitale tijdperk niet aan zich voorbij laten gaan. Buitenlandse Zaken is in zijn visie niet slechts een ‘formeel’ ministerie, maar de eerste verdedigingslinie van het land, zeker in een wereld waarin geopolitieke druk toeneemt.Hulpbeleid en geopolitiekAlihusain uit zijn zorgen over de structurele afhankelijkheid van buitenlandse hulp en waarschuwt dat landen die voortdurend lenen, het risico lopen te eindigen als bedelaars. Suriname moet, zegt hij, leren van andere landen die door investeringen in diplomatie en strategisch beleid zijn opgeklommen tot serieuze regionale spelers.Hij haalt ook de bezetting van Tigri aan als verloren terrein voor Suriname, vergelijkbaar met Kashmir voor Pakistan. Verder verwijst hij naar het incident in 2022 waarbij een Surinaamse minister zonder brede consultatie sprak over een ambassade in Jeruzalem – een plan dat gelukkig door president en parlement is afgewezen.Naar een hulpgevend landAlihusain gelooft dat Suriname, met de verwachte inkomsten uit de olie- en gassector, op termijn de transitie kan maken van een hulpbehoevend naar een hulpgevend land. “Onze diplomatie moet daarop voorbereid zijn,” schrijft hij. “We moeten stoppen met bedelen en beginnen met strategisch positioneren.”Tot slot stelt hij dat alle buitenlandse politiek thuis begint – bij de versterking van het hoofdkantoor van Buitenlandse Zaken. Suriname moet zijn beste denkkrachten inzetten op beleid, analyse en onderhandeling – niet op prestige of façade.

De publicatie Overpeinzingen sluit aan op eerdere titels van Alihusain, waaronder Een glimp van de Surinaamse buitenlandse politiek 1975–2015, De Surinaamse Diplomatie, Groei noch Bloei, en De ambassadeurs van Suriname 1975–2015.

| starnieuws | Door: Redactie