
Baitali persverklaring inzake aanbestedingsprocedure Van ’t Hogerhuysstraat
| waterkant | Door: Redactie
[INGEZONDEN] – Aannemingsmaatschappij Baitali N.V. (AMB) heeft kennisgenomen van recente berichtgevingen inzake de aanbestedingsprocedure het project “Van ’t Hogerhuysstraat – Slangenhoutstraat”.
Naar aanleiding hiervan achten wij het noodzakelijk om ook onze bijdrage te leveren middels een uiteenzetting van onderstaande feiten. Wij hopen hiermee bij te dragen aan het verschaffen van een juiste en correcte weergave van zaken, teneinde eventuele misverstanden weg te werken en het bredere belang van deze zaak toe te lichten.
Wij hebben volledig begrip voor de dagelijkse frustraties van burgers c.q. weggebruikers van de van ‘t Hogerhuysstraat. Niemand wil langer wachten op betere infrastructuur. Dat geldt ook voor ons.
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
Deze zaak regardeert niet alleen Baitali. Het is een testcase voor good governance, transparantie, corruptiebestrijding en bovenal respect voor de rechtstaat. En dat raakt ons allemaal. Als burger, als ondernemer en als samenleving. Het is daarom van cruciaal belang om helder te zijn over wat
Rechterlijk vonnis is bindend en bij voorraad uitvoerbaar Op 10 juli 2025 heeft de kantonrechter in kort geding uitspraak gedaan in het geschil tussen AMB en de Staat Suriname over de gunning van het project “Van ’t Hogerhuysstraat – Slangenhoutstraat”. Dit vonnis volgde op een eerder rechterlijk bevel van 7 april 2025, waarin de Staat Suriname werd opgedragen om verdere stappen, zoals het sluiten van een aannemingsovereenkomst op te schorten totdat de rechter uitspraak had gedaan.
In het vonnis van 10 juli 2025:
Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar, hetgeen betekent dat het onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep. De Staat is op 21 juli 2025 in hoger beroep gegaan tegen het vonnis. Op 25 juli 2025 heeft de Staat dit hoger beroep weer ingetrokken.
Geen bindend contract en geen schadeclaim bekend
Er is op verschillende momenten gesuggereerd dat er al een bindend contract is gesloten en dat de Staat miljoenenrisico loopt bij het naleven van het vonnis.
Dat is onjuist en misleidend.
Voor zover wij weten, is alleen een Letter of Acceptance verstuurd. Dat is een brief waarin de Staat Suriname aan de geselecteerde inschrijver kenbaar maakt dat haar aanbieding is geaccepteerd en dat de geselecteerde inschrijver binnen een bepaald tijdsbestek enkele documenten, waaronder een uitvoeringsgarantie moet indienen, teneinde over te gaan tot ondertekening van het contract.
Let wel; het is dus geen contract, maar slechts een melding van de intentie om tot contractondertekening over te gaan, onder voorwaarde van het invullen van de condities. Gedurende de rechtszaak is er op geen enkel moment een Letter of Acceptance noch een getekend contract overlegd. Pas na het uitspreken van het vonnis werd bekend dat er op 28 maart 2025 een Letter of Acceptance is gestuurd naar de geselecteerde inschrijver en werd de indruk gewekt alsof daarmee een contractuele verbintenis tot stand is gekomen. Kennelijk met de bedoeling om hiermee de indruk te wekken dat Staat Suriname bij uitvoering van het vonnis eenzijdig een bestaand contract annuleert en daarmee in strijd handelt met de leningsovereenkomst met de IDB.
De rechter had op 7 april 2025 al duidelijk gemaakt dat er niks meer mocht worden getekend of uitgevoerd zolang het kort geding nog liep. Als er toch een contract was getekend, had dat tijdens de rechtszaak moeten worden overlegd. Omdat dat niet is gebeurd, gaan we ervan uit dat er geen geldig contract bestaat. Zonder contract is een schadeclaim juridisch niet vanzelfsprekend.
Geen inhoudelijke reactie op klacht Baitali
Baitali heeft op tijd en met duidelijke argumenten bezwaar gemaakt tegen de manier waarop deze aanbesteding is verlopen. Die klacht is ingediend bij de uitvoerende projectorganisatie (PEU) en bij het lokale kantoor van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) in Suriname.
We hebben daarin concrete aanwijzingen van onregelmatigheden aangetoond. Toch kregen we geen echte inhoudelijke reactie terug. De rechter heeft later in haar vonnis bevestigd dat op ons bezwaar onvoldoende is ingegaan.
Nog vóór de deadline om bezwaar in te dienen, heeft Baitali duidelijk laten weten dat we het niet eens waren met het verloop van de aanbesteding, en hebben we aangekondigd dat we onze klacht zouden voorleggen aan zowel de IDB als de rechter.
De IDB bevestigde op 28 maart 2025 dat ze onze klacht hadden ontvangen, en beloofde een gesprek te plannen. Dat is op 29 april 2025 nog eens herhaald. Tot vandaag is dat gesprek er nog steeds niet gekomen. Opvallend genoeg bleek achteraf dat de IDB in minder dan 24 uur nadat ze onze klacht had ontvangen en wel op 28 maart 2025, tóch toestemming heeft gegeven aan het Ministerie van Openbare Werken om door te gaan met de gunning van het project aan de toen geselecteerde inschrijver. Het Ministerie van Openbare Werken heeft op dezelfde dag (28 maart 2025) ook haar Letter of Acceptance gestuurd naar de geselecteerde inschrijver. Deze ongekende voortvarendheid om binnen 24 uur zowel toestemming tot gunning, alsook de gunningsbrief te verstrekken is op z’n minst opmerkelijk. Vooral omdat op dat moment al duidelijk was dat Baitali haar klacht had ingediend en gemeld had naar de rechter te stappen.
Slotopmerking
Wij vragen geen voorkeursbehandeling en claimen niet dat het werk ons moet toekomen omdat we de laagste aanbieder zijn. Wij zijn er terdege van bewust dat werken worden gegund door eerst de aanbieding technisch te evalueren en te gunnen aan de laagste inschrijver die technisch voldoet. Wij hebben daarom ook bezwaar gemaakt tegen de technische beoordeling van onze aanbieding.
Wij hebben op geen enkel moment gesteld dat het werk naar Baitali moet, omdat Baitali de laagste aanbieding heeft.
Wij strijden voor uitvoering van het rechterlijk vonnis. Met andere woorden: Wij strijden voor een eerlijke, transparante en objectieve herbeoordeling van onze aanbieding. Ongeacht het resultaat daarvan.
Goed bestuur, transparantie en rechtstaat zijn de fundamenten voor ontwikkeling van ons geliefd Suriname. Door vast te houden aan ons standpunt van transparantie en zorgvuldigheid, tonen we dat het respecteren van de rechtsstaat geen keuze is, maar een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling in Suriname. Gebrek aan integriteit, eerlijkheid en transparantie verzieken ons geliefd Suriname. Het herstellen daarvan is geen taak van de overheid alleen, maar van de samenleving in haar geheel.
Ook wij als onderdeel van het Surinaams bedrijfsleven hebben daar een rol in te vervullen en doen dat bij deze.
Aannemingsmaatschappij Baitali NV
Farsi Khudabux (Chief Executive Officer)
| waterkant | Door: Redactie