HomeNet Binnen | Columns | Ingezonden |

De vetgemeste politiek en de hongerige klaslokalen
| starnieuws | Door: Redactie
In Suriname ontvangen parlementsleden een riant honorarium, aangevuld met diverse toelagen en privileges. Hun bruto-inkomen bedraagt SRD 130.000 per maand. Ter vergelijking: een opvoedkundige of leerkracht verdient gemiddeld amper SRD 12.000 bruto
per maand. Dat betekent dat een parlementariër elf keer meer ontvangt dan een leraar.De vraag die dan rijst: werken parlementsleden ook elf keer harder, of leveren zij elf keer meer waarde aan de samenleving dan een leerkracht? Het antwoord laat zich raden.De scheve verdelingEen honorarium is oorspronkelijk bedoeld als een symbolische vergoeding, los van de uren die iemand maakt. Een salaris daarentegen is loon voor arbeid, meestal gekoppeld aan taken en verantwoordelijkheden. In Suriname is het parlementaire inkomen formeel een honorarium, maar in werkelijkheid functioneert het als een luxueus salaris – met talrijke voordelen daarbovenop.Politici die een deel van hun
honorarium weggeven aan goede doelen – zoals enkele parlementariërs en zelfs de president hebben beloofd – erkennen daarmee stilzwijgend dat hun inkomen buitensporig hoog is. Maar zulke individuele gebaren lossen de structurele ongelijkheid in de samenleving niet op.Het ondergewaardeerde beroepLeerkrachten dragen de samenleving. Zij leiden de volgende generatie op, vaak onder moeilijke omstandigheden. Hun hart ligt bij hun leerlingen. Het is aannemelijk dat, als leerkrachten een beter inkomen zouden ontvangen, zij een deel daarvan direct zouden herinvesteren in hun leerlingen: geen kind zou met een lege maag naar school hoeven, en studieresultaten zouden verbeteren.Een beter opgeleide generatie betekent minder criminaliteit, minder druk op justitie en politie, en uiteindelijk lagere maatschappelijke kosten. Een investering in onderwijs is dus een investering in de toekomst van het land.De internationale vergelijkingNeem Nederland. Een Tweede Kamerlid verdient daar gemiddeld €8.560 per maand, terwijl een leerkracht zo’n €6.000 bruto verdient. Het verschil is er, maar niet buitensporig. Het loon van de volksvertegenwoordiger staat in verhouding tot dat van de werkende klasse.In Suriname is dat verschil elfvoudig. Het leidt tot frustratie, demotivatie en wantrouwen. Want hoe kan een samenleving zich ontwikkelen wanneer de beloning van politieke functies zo buitensporig afwijkt van de beroepen die de ruggengraat van de samenleving vormen?ConclusieDe kloof tussen het inkomen van Surinaamse politici en dat van de werkende klasse, met name leerkrachten, is niet te verdedigen. Het is een scheve verdeling die eerder bijdraagt aan maatschappelijke onrust dan aan opbouw.Een samenleving waarin de leraar fatsoenlijk wordt beloond, is een samenleving die investeert in kennis, ontwikkeling en rechtvaardigheid. Suriname heeft geen vetgemeste parlementariërs nodig, maar rechtvaardige verhoudingen waarin onderwijs, zorg en veiligheid net zo hoog gewaardeerd worden als politiek.Waarom Suriname niet vooruitkomt zolang parlementariërs zich verrijken en leerkrachten onderbetaald blijven. De pijnlijke kloof!H. Biere
| starnieuws | Door: Redactie