• woensdag 24 September 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Column: Toen Otmar Rodgers radicaal ingreep

Column: Toen Otmar Rodgers radicaal ingreep

| starnieuws | Door: Redactie

Hans Breeveld Het was begin jaren ’90 toen een vriend van mij uit Nederland mij erop wees dat ook na de onafhankelijkheid gebruiken uit Nederland in Suriname werden overgenomen. “Toen ik in
1981 voor onderzoek in Suriname was, was Orlando’s Coffeeshop op het Kerkplein de enige plek waar je op een terras kon zitten.” Uiteraard sta ik niet in voor de juistheid van deze bewering, maar interessant vind ik ze wel en zeker een onderzoek waard. “Nu, bijna een decennium later – dus begin jaren ’90 – vind je ze overal.” Kwam dat door de veelvuldige bezoeken van autochtone Nederlanders of van de Suri-Europeanen aan ons land?Deze constatering zette mij aan het denken over welke veranderingen stilletjes onze samenleving zijn binnengeslopen. Dat denkwerk leverde nog minstens één fenomeen op. Wij hebben het
allemaal weleens meegemaakt: er wordt een toespraak gehouden en plotseling komt de dagvoorzitter of master of ceremony naar het spreekgestoelte en legt nadrukkelijk een briefje bij de spreker neer.We weten allemaal ongeveer wat op zo’n briefje staat. Een originele reactie hoorde ik echter ooit van econoom Glenn Gersie. Toen hij tijdens een toespraak een briefje kreeg van de dagvoorzitter, vroeg hij het publiek: “Wilt u weten wat op het briefje staat?” Vervolgens las hij voor: “U hebt zo’n aangename stem. Ga zo lang door als u wilt.” Wanneer in Suriname met deze waarschuwingsbriefjes begonnen is, weet ik niet, maar het zal al jaren geleden zijn.Suriname heeft tijden gekend waarin de lengte van een toespraak de maatstaf was voor de kwaliteit van een spreker. Soms werd de maat ook bepaald door het aantal moeilijke en gewichtige woorden dat gebruikt werd. Althans, voor sommigen.Bekend was de korte samenspraak van twee personen die net een spreker hadden aangehoord. Na een daverend applaus zei de één: “A man taki” (De man heeft fantastisch gesproken). De ander reageerde: “San a man taki?” (Wat heeft die man gezegd?). Waarop de eerste antwoordde: “Mi no sabi, ma a man taki” (Ik weet het niet, maar hij heeft fantastisch gesproken).Dat speelde zich allemaal af in een tijd dat men in Suriname dacht zich de uitspraak tegen Europeanen te kunnen permitteren: “Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd.”Tijdens mijn studietijd in Nederland kwamen wij Surinamers eens per maand samen met oudgediende dominees van de EBG uit Suriname in het Zinzendorfhuis, o.l.v. prof. dr. Jan van der Linde. “Broeder Van der Linde”, zoals hij in de kring genoemd werd, was er altijd vroeg. Met de bezoekers die ook vroeg kwamen, deelde hij graag zijn Surinaamse ervaringen. Altijd heel interessant.Op een avond vertelde hij het volgende verhaal. Er was een oudejaarsdienst in de Wanicakerk. De voorganger, een zendeling, hield niet alleen een te lange dienst, maar het scheen hem totaal te ontgaan dat – tegen alle gebruiken uit die tijd – de kerkbezoekers één voor één vroegtijdig de kerk verlieten. Broeder Van der Linde stuurde via een dienaar de zendeling een briefje met de tekst: “Broeder, let u op de tijd!” De zendeling stopte het briefje ongelezen in zijn jaszak. Na tien minuten stuurde Van der Linde een tweede briefje: “Broeder, het is de hoogste tijd om te eindigen met uw preek.” Ook dit briefje belandde ongezien in de jaszak. Van der Linde besloot daarop zijn horloge te sturen. Zonder erop te kijken verdween ook dat in de jaszak. Mogelijk zag de zendeling het horloge als een beloning voor zijn preek.Maar niet altijd kunnen briefjes worden gebruikt. Op Grun Dyari heeft Otmar Rodgers ooit gedaan waartoe alleen hij in staat was. Een dominee, bekend om zijn goed onderbouwde preken en morgenwijdingen, maar ook om zijn lange gebeden, was gevraagd voor een kort geestelijk woord bij de opening van een NPS-congres.Terwijl de dominee de partijgangers vroeg eerbiedig te zitten, fluisterde Rodgers hem toe: “Domri, max drie minuten.” Maar de dominee bad en bad en bad. Rodgers’ horloge wees intussen op de zesde minuut. Bij een lezing kun je de spreker een briefje toestoppen, maar bij een gebed sluit men de ogen. Althans, zo heb ik het geleerd, en velen met mij.Hoe moet je een man die bidt, stoppen? Rodgers zou Rodgers niet zijn als hij daarvoor geen oplossing vond. Plotseling hoorden de congresgangers boven de stem van de dominee de stem van Otmar Rodgers:“Heer, wij danken U voor de dominees, de predikers die U ons gegeven hebt. Maar Heer, wij weten dat U een God bent van orde, een God van discipline. En Heer, U weet hoeveel wij vandaag nog met elkaar moeten bespreken, moeten bediscussiëren. Heer, wilt U bij ons zijn bij deze besprekingen en discussies, om Jezus’ wil. Amen.”AmenHans Breeveld

| starnieuws | Door: Redactie